logo Waterval 14, dialoog

Lees  alle vragen en antwoorden.
Luister eerst naar de totale dialoog.
Kies dan pas!

 


 

 

Je familie. Dialoog uit het boek

 

  Sara vertelt over haar familie. 

nieuwe woorden
vertelt (vertellen) + over
houden van
zegt (zeggen) + tegen
leven
getrouwd (trouwen)
wonen samen (samenwonen)
let op (opletten) =
kijk uit (uitkijken)

de familie
het gezin
de broer <> de zus
de opa <> de oma
de oom <> de tante
de zoon <> de dochter
de mens
de stad
de nonsens=de onzin = de flauwekul

lief <> streng
hetzelfde <> anders
veel <> weinig
soms <> vaak

Sara: Mijn vader heet Aras; mijn moeder heet Bahar. Ik heb één broer: hij heet Farid. Ik heb geen zus.
Ik heb vier ooms en tantes. Mijn ooms en tantes leven in Europa. Eén oom en één tante wonen in dezelfde stad als ik.
Mijn opa leeft niet in Europa. En mijn oma is dood. Ze leeft niet meer.
Haar vader en moeder houden veel van hun dochter.
En Sara?
Zij zegt tegen haar papa en mama:
Sara: Ik vind jullie ook lief, maar wel streng.
Aras: Hier, in Nederland, is alles anders. Niets is hetzelfde. Wij zijn getrouwd, in Nederland wonen veel mensen samen.
Soms hebben ze dan ook nog kinderen. En mannen kunnen met elkaar trouwen!
Sara: Papa...!

Aras:

En dan al die drugs!
De mensen leven hier vaak heel anders dan in mijn land van herkomst. Ik moet goed op mijn kinderen letten.

Farid: Onzin! Flauwekul! Nonsens! Ik ben geen vijf jaar!
Aras: Kijk jij maar uit! 



Terug naar les 14

 
 
  n