Waterval 21, oefening 3: lezen

Waterval 21, oefening 3a: lezen

Het ochtendeten noemt de Nederlander het ontbijt: hij of zij gaat dan ontbijten. Men eet dan meestal een boterham (dat is een snee brood met beleg) en drinkt daarbij koffie, thee of melk. Sommige mensen eten yoghurt met muesli, of alleen fruit. Ik heb lange tijd 's morgens niet ontbeten; dat schijnt slecht te zijn.

Wat is een goede vraag?
1. "Wat eet jij 's morgens voor je ontbijt?"
2. "Wat eet jij 's middags voor je ontbijt?"
3. "Wat eet jij 's avonds voor je ontbijt?"
4. "Wat eet jij 's ochtends voor je ontbijt?"
Het ochtendeten noemt de Nederlander het ontbijt: hij of zij gaat dan ontbijten. Men eet dan meestal een boterham (dat is een snee brood met beleg) en drinkt daarbij koffie, thee of melk. Sommige mensen eten yoghurt met muesli, of alleen fruit. Ik heb lange tijd 's morgens niet ontbeten; dat schijnt slecht te zijn.

Wat is een goede zin?
1. "Niet ontbijten is gezond!"
2. "Niet ontbijten is goed voor je gezondheid!"
3. "Ontbijten is gezond!"
4. "Niet ontbijten lijkt ongezond!"
Het ochtendeten noemt de Nederlander het ontbijt: hij of zij gaat dan ontbijten. Men eet dan meestal een boterham (dat is een snee brood met beleg) en drinkt daarbij koffie, thee of melk. Sommige mensen eten yoghurt met muesli, of alleen fruit. Ik heb lange tijd 's morgens niet ontbeten; dat schijnt slecht te zijn.

Wat is een goede zin?
1. "Doe jij boter op je ham?"
2. "Doe jij boter op je boterham?"
3. "Doe jij ham op je boterham?"
4. "Doe jij beleg op je boterham?"
Tussen de middag eet je lunch; de mensen lunchen. Ook dan eten Nederlanders vaak boterhammen, maar ook een kop soep, een gebakken ei of zo.

Nederlanders lunchen...
1. ... ergens tussen twaalf en twee.
2. .. na twaalven.
3. ... met brood, soep, een ei en andere dingen.
4. ... met alleen brood, soep of een ei.
Het eten dat je 's avonds eet, heet het avondeten of het diner. Dan eten de Nederlanders "warm", dat wil zeggen: de maaltijd bestaat uit gekookt voedsel. Vroeger hebben de mensen altijd om zes uur gegeten, en het was altijd een stuk vlees, wat groente en een paar aardappelen. Nog steeds eten mensen vaak om zessen warm.

Geef een typisch Nederlands antwoord: "Wat eten we vanavond?"
1. "Om zes uur."
2. "Kip, tomaten en aardappelen."
3. "Boterhammen."
Tussen zes en zeven 's avonds is niet het goede moment om onverwachts op bezoek te gaan, aan te bellen. Als het gezin gaat eten mag de plotselinge bezoeker zelden "aanschuiven", mee-eten.

Kom je 's avonds ineens op bezoek?
1. Dan mag je ook iets eten.
2. Dan kun je afwassen.
3. Dan kun je vaak beter weggaan.
4. Dan kun je de tafel dekken.
Vroeger hebben de mensen altijd om zes uur gegeten, en het was altijd een stuk vlees, wat groente en een paar aardappelen. Soms kozen ze soep vooraf en een "toetje" na.

Wat is synoniem voor:
"Wat is het toetje?" "Wat krijgen we als/voor toetje?"
1. "Wat is het voorgerecht?" "Wat krijgen we als/voor voorafje?"
2. "Wat is het nagerecht?" "Wat krijgen we na?"
3. "Wat is de soep?" "Wat krijgen we als/voor soep?"
4. "Wat is het dessert?" "Wat krijgen we als/voor dessert?"
De "Hollandse keuken" is niet zo interessant. Behalve de vis, natuurlijk. Of een gestampte pot met vlees, groenten en aardappelen door elkaar.
Daarom kiezen mensen nu vaker voor gerechten die uit het buitenland komen: pizza, pasta, rijst, salades... Zo saai als de Nederlandse keuken vroeger was, zo snel is die keuken "multiculti" geworden.

"Zullen we iets typisch Nederlands eten?"
1. "Ja, vis!"
2. "Ja, multiculti!"
3. "Nee, saai!"
4. "Hmmm, hutspot..."
5. "Aardappelen, groenten en vlees?"
Uit Indonesië hebben de Nederlanders de rijsttafel, een combinatie van Chinese en Indonesische gerechten, meegenomen. In de super vind je altijd een rek met oosterse kruiden.

De rijsttafel....
1. ... is alleen Indonesisch eten.
2. ... vind je in het rek met oosterse kruiden.
3. ... combineert Chinese en Indonesiche gerechten.
Vergeet de tussendoortjes niet! Tussen de maaltijden eet je vaak wat hartigs of iets zoets, chips of snoep bijvoorbeeld. Van snacks en zoetigheid kom je ook flink aan! En dan moet je weer op dieet, lijnen (=afvallen)!

"Tussendoortjes" zijn
1. zoetigheid, bijvoorbeeld snoep.
2. hartig, bijvoorbeeld snacks.
3. goed voor de lijn, je komt ervan aan.
4. goed voor de lijn, je valt ervan af.