In de afvalbak (vuilnisemmer, prullenbak) van onregelmatige verleden tijd zitten vooral hulpwerkwoorden.
Vier hulpwerkwoorden, met o, hebben we al gehad:
* komen - kwam(en) - gekomen
* moeten - moest(en) - gemoeten
* mogen - mocht(en) - gemogen
* worden - werd(en) - geworden
Wat blijft over?
O5 - afvalbak:
|
infinitief
|
imp.
enkelvoud
|
imp.
meervoud
|
participium
|
|
zijn
|
was
|
waren
|
geweest
|
|
hebben
|
had
|
hadden
|
gehad
|
|
doen |
deed
|
deden
|
gedaan
|
|
||||
|
kunnen
|
kon
|
konden
|
gekund
|
|
willen
|
wilde,
wou
|
wilden,
wouden
|
gewild
|
|
zeggen
|
zei |
zeiden |
gezegd
|
|
zullen
|
zou
|
zouden
|
XXXXX
|
Het imperfectum van hulpwerkwoorden heb je vaak nodig. Kijk maar:
"Ik kon niet komen omdat ik ziek was en naar de dokter wou (wilde) (gaan).
Jij zou me halen maar nu mocht het niet."
Je hebt hier geen alternatief.
Naast de hulpwerkwoorden zijn eigenlijk alleen doen (deed/deden-gedaan) en zeggen (zei/zeiden - gezegd) "totaal onregelmatig".