Waterval 29-5, les negenentwintig: lezen.
Over gevoelens, emoties. (het gevoel, de emotie). En over karakter. (het karakter)



- Hoe ben jij? Hoe zit jij in elkaar?

Ik ben een beetje sensitief, een beetje gevoelig, denk ik. Ik ben snel nerveus, zenuwachtig.

- Hoe was jij als kind?

Ik denk dat ik een braaf kind was. Ik heb snel spijt - als ik iets fout doe. Hoewel ik meestal vrij gelukkig ben. En ik ben snel tevreden, content."

- En hoe was jouw vader?

Als ik eerlijk ben: hij was gauw boos, kwaad! Ik schrok vroeger van hem. En daarna werd ik dan verdrietig, bedroefd.

Hij had veel autoriteit, veel gezag.

- Wanneer werd (worden) hij boos?

Als iets te laat klaar was. Wanneer ik stout was. Omdat hij chagrijnig was. = Omdat hij slechte zin had.

Maar hij had ook snel spijt.

En hij was ook grappig. Hij was knettergek, knotsgek! En hij was trots op mij. Ik hou van hem!

- En hoe was je modeer?

Mijn moeder is meer serieus, ernstig. Ze is stabiel, gelijkmatig, nuchter.

En ze is geduldig: ze heeft veel geduld. Wel soms een beetje gespannen.

- Wanneer?

Als ze stress heeft. Ze is ontspannen, ...... ... tenzij iets misgaat. Ze reageert dan teleurgesteld. Ze heeft angst dat ze haar programma niet afkrijgt. Dat is haar enige zwakke punt, haar ene zwakheid.

-En jij? Hoe zit jij in elkaar?

Nou, ik ben van nature nogal gesloten. Mensen vinden me introvert. En ik schrik nogal snel.

Mijn beste vriendin is juist het tegendeel, het tegengestelde van mij. Soms is ze stiekem. Ze zegt het een, maar ze doet iets anders. Ze zegt dat we het eens zijn. Maar vaak wordt ze plotseling boos, kwaad... hoewel/ofschoon we toch vrienden zijn. Ze doet dan bot, lomp, grof."

- Ze is misschien jaloers? Ik bedoel: jij bent knap! Dat maakt veel verschil. = Dat maakt veel uit. = Dat scheelt.Jij hebt gezag, je bent een leider.

Ze heeft wel ambitie: ze wil wel "omhoog". Maar ze is ook een beetje lui, ze is een luilak. - Jij bent eerlijk. < > Zij is oneerlijk. Jullie verschillen te veel.

- En, hoe voel jij je?"

Nou, ik ben een beetje bezorgd: ik maak me een beetje zorgen."

-Waarom? Waarover? Je bent toch niet alleen? Ben je eenzaam?

Nee, ik ben een beetje verward, in de war. Ik dacht aan mijn ouders. Ik dacht juist ook aan mijn geboortestreek. Ik had ineens heimwee: verlangen naar huis, en naar vroeger! Ik mis ze, sinds ik hun brief las.

Ik ben wel opgelucht omdat iedereen gelukkig is. Maar het scheelt, het maakt uit, dat ik ver weg woon. Onze band, onze verbondenheid blijft.

Maar de relatie is toch anders. Zij zitten daar, terwijl ik hier ben. Mijn kleine broer is verliefd op een meisje…, ... ... met wie hij nu wil trouwen. Maar hij is niet serieus! Mijn familie is nu nu totaal overstuur: 'Straks heeft hij spijt, berouw! Ik ben vooral een beetje verbaasd. Het is nog zo'n snotaap! Ik denk dat het beter is, als/wanneer hij nog een paar jaar wacht. Onze moeder is woedend/razend/furieus/witheet/heel boos...! En mijn vader is wanhopig...

Ik vlieg naar huis, zodra ik dat kan. Mijn broer luistert misschien naar mijn advies, mijn raad! Ik kan nog iets doen, zolang (als) hij nog niet getrouwd is. Voor zijn huwelijk dus, voor(dat) hij trouwt. Maar ja, het is een volwassene, een volwassen persoon/iemand. Volwassenen hebben het recht knettergek te doen!"