Waterval 30: Op je gezondheid! - dialoog uit het boek

 

 

Sara, Farid en hun ouders waren in de keuken. Ze maakten het eten klaar. Het volgende gesprek ontstond:

Farid:

Johnny at maar één keer per dag. En dan ook nog patat met!

Sam vroeg: Wie is of was Johnny?

Farid:

Hij zat in mijn klas. Je moest hem zien! Hij bleef de hele nacht wakker. Hij was totaal gek! En ook heel mager. Op het laatst herkende zelfs zijn moeder hem niet.

Suzan:

Eén maaltijd per dag... Dat is niet gezond.

Sara:

"Het ontbijt, de lunch, het avondeten: De Nederlander eet drie keer per dag." Zo hoort het!

Farid en Sara moesten erom lachen.

Suzan:

Waarom lachen jullie? Wat is er zo grappig? Dat is toch gezond, drie keer per dag eten? Heb jij wel ontbeten?

Sara:

Ja, maar het klinkt zo stom, mam! Zo braaf!

Farid:

Burgerlijk! "Rust, reinheid en regelmaat". Dat is (toch) (iets) voor baby's...!

Sam:

Eigenlijk moet je nog vaker eten, vijf of zes keer per dag.

Farid:

Goed idee!

Sam:

Maar dan wel veel verschillende dingen. En niet te vet. En steeds kleine beetjes. En probeertwee liter water op te drinken.

Farid:

Ai, dat is weer minder. Jammer.

Sam:

 

Kijk maar uit Farid, straks word je nog zo'n dikke vette kerel. Een lopende bal!

Farid houdt zijn adem in, totdat hij een heel dik - en heel rood - hoofd heeft.

Suzan:

En dat is ook héél ongezond!



 

nieuwe woorden

zijn-was/waren-geweest

zeggen-zei/zeiden-gezegd

gaan-gingen-gegaan

klaarmaken - maakte klaar - klaargemaakt

ontstaan-ontstond-ontstaan

herkennen-herkende-herkend

eten-at/aten-gegeten

zitten-zat/zaten-gezeten

zullen-zou/zouden

moeten-moest-gemoeten
klinken-klonk-geklonken

opdrinken-dronk op -opgedronken
inhouden- hield in - ingehouden

 

het gesprek=de conversatie
de patat=de friet
het ontbijt  de lunch
het avondeten=het diner
de kerel=de vent
de bal    de adem

de rust    de reinheid
de regelmaat
gek <> normaal
mager/slank/dun <> dik, vet
gezond <> ongezond
braaf <> stout

burgerlijk

verschillende = andere <> dezelfde/hetzelfde

Sara, Farid en hun (parents/Eltern) waren in de (kitchen/Küche). Ze gingen bijna (eat/essen). Het (next/nächste) gesprek ontstond:
Farid: Johnny at maar één keer per dag. En dan ook nog (chips,fries/Pommes) met!
Sam vroeg: Wie is of was Johnny?
Farid: Hij zat in mijn (class/Klasse). Je moet hem zien! Hij bleef de hele nacht (awake/wach). Hij was totaal gek! En ook heel (thin/mager).
Suzan: Eén (time/mal) per dag... Dat is niet gezond.
Sara: "Het (breakfast/Frühstück), de lunch, het avondeten: De Nederlander eet drie keer per dag." Zo hoort het!"
Farid en Sara moesten erom lachen.
Suzan: Waarom lachen jullie? Wat is er zo grappig? Dat is toch gezond, drie keer per dag eten?
Sara: Ja, maar het klinkt zo (stupid/doof), mam! Zo braaf!
Farid: Burgerlijk! “Rust, reinheid en regelmaat”. Dat is (toch) (iets) voor baby’s...!
Sam: Eigenlijk moet je nog vaker eten, vijf of zes keer per dag.
Farid: Goed idee.
Sam: Maar dan wel veel (small/kleine) dingen. En niet te vet. En steeds kleine beetjes. En twee liter water drinken.
Farid: Ai, dat is weer minder. Jammer.
Sam:
Kijk maar uit Farid, straks word je nog zo'n dikke vette kerel. Een lopende bal!
Farid houdt zijn adem in, totdat hij een heel dik - en heel rood – hoofd heeft.
Suzan: En dat is ook héél (unhealthy/ungesund).