logo Waterval 32 - moeilijke woorden:
alle, al, allemaal...


 



  1. Ik zie            alle mensen/dingen.
  2. Ik zie            al de mensen/dingen.
  3. Ik zie            allen/alle/alles.

Referentie:

  1. Ik zie            de mensen allemaal.
  2. Ik zie            hen allen.
    ze alle.  
  3. Ze komen         allemaal.  

   Al      al      Alle      alle      allemaal      Allemaal      allen      alles   
Ons feest van vorige week was een groot succes. mensen die we uitgenodigd hadden kwamen ook. Doordat we ons partijtje op het juiste moment gaven, konden die mensen komen.

Wat belangijker is: ik geloof ook dat ze bijna plezier hadden. Ik zag dansen. Met als gevolg dat de flessen drank ook opgingen.
de drank ging op. En de salades waren ook schoon op."

Tegen vier uur zijn dan vertrokken. Mijn man was al in slaap gevallen, dus hij heeft geen van gedag gezegd. Toen hij om zes uur wakker werd zei hij: "Waar zijn mensen? Zijn ze weg? Heb je opgeruimd? Ik zie hen niet meer."

Ik zuchtte. Maar bij elkaar was het feest leuk! hebben de gasten gezegd dat ze zich hadden geamuseerd. Maar het gedoe, het voorbereiden, het opruimen... Dat deed ik liever niet.