Wat vind je van smartphones?
- Wat vind je van er?
- Wat vind je ervan?
Ik houd niet van die dingen.
- Ik houd niet van die.
- Ik houd niet van daar.
- Ik houd niet daarvan.
Wat heb je aan dit apparaat (hier)?
- Wat heb je hier aan?
- Wat heb je aan dit?
- Wat heb je aan deze?
- Wat heb je hieraan?
Nou, je hebt een agenda in het ding.
- Nou, je hebt een agenda er in.
- Nou, je hebt een agenda in er.
- Nou, je hebt een agenda erin.
- Nou, je hebt een agenda in het.
Dus dat is een voordeel van dat apparaatje.
- Dus dat is een voordeel van dat.
- Dus dat is een voordeel daarvan.
- Dus dat is een voordeel ervan.
Goed, ik ga akkoord met dat argument.
Goed, ik ben het eens met dat argument.
- Ik ga akkoord met dat.
- Ik ga akkoord met die.
- Ik ga akkoord daarmee.
Je kunt ook fotograferen met dit telefoontje.
- Je kunt ook fotograferen ermee.
- Je kunt ook fotograferen ermet.
Maar wat is het voordeel van fotograferen?
- Maar wat is het voordeel van het?
- Maar wat is het voordeel van dat?
- Maar wat is het voordeel daarvan?
- Maar wat is het voordeel ervan?
Als er wat gebeurt, heb je een gratis fotoapparaat bij je spullen.
- Als er wat gebeurt, heb je een gratis fotoapparaat bij de.
- Als er wat gebeurt, heb je een gratis fotoapparaat erbij.
- Als er wat gebeurt, heb je een gratis fotoapparaat bij deze.
Gebeurt er een ongeluk, dan maak je na die gebeurtenis een foto.
- Gebeurt er een ongeluk, dan maak je daarna een foto.
- Gebeurt er een ongeluk, dan maak je erna een foto.
- Gebeurt er een ongeluk, dan maak je na die een foto.
- Gebeurt er een ongeluk, dan maak je na dat een foto.
Je kunt ook geluid opnemen, Alleen, niemand maakt gebruik van deze mogelijkheid.
- Alleen, niemand maakt gebruik hiervan.
- Alleen, niemand maakt gebruik van deze.
- Alleen, niemand maakt gebruik van hier.
Verder heb je toegang tot internet.
- Je hebt toegang ertot, maar je moet wel extra betalen.
- Je hebt toegang tot het, maar je moet wel extra betalen.
- Je hebt toegang ertoe, maar je moet wel extra betalen.
In de winkel kun je recepten opzoeken.
- Daar kun je recepten opzoeken.
- Daarin kun je recepten opzoeken.
Dan hoef je niet over dit probleem na te denken.
- Dan hoef je niet over dit na te denken.
- Dan hoef je niet hierover probleem na te denken.
- Dan hoef je niet over na te denken.
En je kunt natuurlijk via je telefoon een sms versturen.
- Je kunt een sms ervia versturen.
- Je kunt een sms via je telefoon versturen.
Je bent al wat ouder. Je bent misschien bang voor het nieuwe.
- Je bent bang voor dat.
- Je bent bang ervoor,
Wie heeft dat nodig? Wie heeft nood aan die eeuwige bereikbaarheid?
Tot wat dient dat nu?
Het lijkt op een totaal technische maatschappij. En ik zeg: we gaan naar een technologische samenleving.
Kom op opa! Je komt vast over die veranderingen heen!