origineel
Ik werd groter en groter,
ik droeg al een broek.
Ik ging eerst tot het hekje
en al gauw tot de hoek.
Ik reed mee met de melkboer
in een stralende zon
en de straat leek een landschap
nu het voorjaar begon.
In onze straat.
Maar opeens, in het donker,
werd de wereld weer klein
en de struik op de hoek
zou een heks kunnen zijn.
De lantaarn bij 't raam
gaf je 's nachts te verstaan
dat je echt nog niet blind was
of dood was gegaan.
In onze straat.
Ik heb in andere straten
en steden verkeerd.
Ik heb veel ondervonden
en best wat geleerd.
Ben al ver op mijn weg
van de wieg naar de kist
en wat ik bijleer, lijkt steeds meer
op wat ik al wist.
In onze straat. |
bewerking
Ik word groter en groter,
ik draag al een broek.
Ik ga eerst tot het hekje
en al gauw tot de hoek.
Ik rijd mee met de melkboer
in een stralende wind
en de straat lijkt een landschap
nu het voorjaar begint.
In onze straat.
Maar opeens, in het donker,
wordt de wereld weer klein
en de struik op de hoek
kan een toverheks zijn.
De lantaarn bij 't raam
die geeft je 's nachts aan
dat je echt nog niet blind bent
of dood bent gegaan.
In onze straat.
Ik kom in andere straten
en andere steden
Ik heb veel geleerd
en ook wat geleden.
Ben al ver op mijn weg
van de start naar de meet
en wat ik bijleer, lijkt steeds meer
op wat ik al weet.
In onze straat. |
