Waterval les 40: Er was eens...

 

* Dialoog boek

1. Regel: hebben/zijn + infinitieven

2. Regel: hebben/zijn + infinitieven (dril)

3. Lezen

4a. Luisteren: het ontstaan van het Nederlands
Meld je even aan en log in. Kijk dan en luister. Eventuele extra opdracht: schrijf een kort stuk en vertel waar
het Nederlands vandaan komt. Bespreek jullie antwoorden met de docent.

4b. Luisteren: dialecten en accenten  (I)


C2-niveau: je kunt ook accenten en dialecten verstaan.
Eerste video: kennismaking met het probleem. Een aantal lokale dialecten uit het Nederlandse taalgebied.
Luister eens en kijk of je iets kunt verstaan. Wanhoop niet, het is normaal als je deze extreme voorbeelden niet verstaat!
In les 41 gaan we verder met accenten, dus verschillen in uitspraak van het standaard-Nederlands.
Dat is makkelijker. Daarna bouwen we het niveau langzaam op.


5. Spreken
6. Schrijven/woordenschat: over geschiedenis en godsdienst

7. Woordenschat les 40 op Quizlet

8a. Film: Canon van de geschiedenis

8b. Film: de Nederlandse cultuur

Collega Bart de Pau sleept Bekende Nederlanders (BN'ers) voor de camera. Vraag:
zijn Nederlanders nu echt ongastvrij, of is er iets anders aan de hand?
Beschrijf de meningen, en vergeet vooral niet ook de jouwe te geven.

8c. Film: Het grote gebeuren - Belcampo


Verfilming, uit 1975, van een apocalyptisch verhaal van schrijver Belcampo,
door vormgever Jaap Drupsteen. Kijk op een groot scherm.

8d. Film: Wo ist der Bahnhof? 1, 2 en 3)

Klassieke parodie op Nederland en zijn mythe: het dappere kleine landje en/in "dé oorlog"

De gebroeders Gé en Arie Temmes zijn twee typetjes die gespeeld werden
door respectievelijk Wim de Bie en Kees van Kooten. Gé en Arie zijn twee oude brompotten
die zich vaak druk maken om allerlei zaken; van het laatste nieuws tot verkeerd bezorgde brieven.
Vooral Arie, die de oudste is, en wiens hoge bloeddruk niet in orde is, moppert vaak.
Gé is in zijn onhandigheid ook wel eens het mikpunt van Aries boze buien.

Op 5 mei 1985 kwam de televisiefilm Wo ist der Bahnhof?
waarin Gé en Arie zoals ieder jaar op 4 en 5 mei naar de tuin gaan,
waar ze tijdens de oorlog veel van te eten hadden.
Hier doen ze van alles en nog wat aan tuinwerkjes, praten ze over de oorlog en houden ze twee minuten stilte.
Arie vertelt over zijn rol in het verzet: in 1944 (toen hij vijftien jaar oud was, en Gé nog maar dertien)
kwam hij vlakbij de tuin een Duitser tegen die hem vroeg waar het station was,
en vervolgens door Arie expres de verkeerde kant uit gestuurd werd. Die verzetsdaad heeft een behoorlijke indruk op hem gemaakt.
Wie weet wat voor gevolgen het te laat komen van die soldaat op het verloop van de oorlog heeft gehad.
De dag daarop, 5 mei, ontdekken Gé en Arie plotseling het skelet van een Duitse soldaat in de tuin.
Ze concluderen dat wijlen hun vader, een politieagent, de Duitser van Arie heeft neergeschoten en begraven.
De volgende dag krijgen ze echter te horen dat het tuintje gesloopt gaat worden omdat er een weg zal worden aangelegd.
Om ontdekking van het skelet te voorkomen (ze willen niet dat de daad van hun vader bekend wordt)
halen ze de beenderen en de Duitse helm uit de grond en transporteren die in de fietstas naar een veiliger plek.

Arie: "..en toen vroeg-ie: <<Wo ist der Bahnhof?>> (...) En ik dacht: nou kan je wat doen voor het vaderland, Arie.
En ik wist dat het station daar was (wijst een bepaalde richting uit) maar ik zei (wijst een andere richting uit)
<<Do! Do ist der Bahnhof!>>"

Slagroom met ijs was de tweede televisiefilm van Arie en Gé, uitgezonden in december 1985.
Hierin besluiten ze samen te gaan overwinteren in Benidorm (dat toentertijd een erg populaire vakantiebestemming was).
Gé voelt zich echter al gauw niet erg thuis in het verre Spanje, terwijl Arie met volle teugen geniet.

9a. Liedje: Zuiderzeeballade - Sylvain Poons/Oetze Verschoor (tekst W. van Hemert)
"God maakte de wereld, maar de Nederlanders maakten Nederland": daarover gaat de Zuiderzee-ballade.
Het is een “smartlap", een volksliedje om mee te zingen en mee te huilen.
De tekst beschrijft de inpoldering, en de tegenstelling tussen de visserij (met al zijn gevaren)
en de na-oorlogse agrarische wereld. Soms is de beeldspraak mooi, dan weer is de tekst cru.

 

"Opa, kijk ik vond op zolder
Een foto van een oude boot
Is dat nog van voor de oorlog
Van die oude vissersvloot?"
"Jochie, dat is een gelukkie
Ik was dat prentje jaren kwijt
Ik heb nu weer een heel klein stukkie
Van die goeie ouwe tijd

Daar is het water, daar is de haven
Waar je altijd horen kon:
"We gaan aan boord!"
De voerman laat er nu paarden draven
En aan de horizon leit (=ligt) Emmeloord
Eens ging de zee hier tekeer
Maar die tijd komt niet weer
Zuiderzee heet nu IJsselmeer
Een tractor gaat er nu greppels graven
'k Zie tot de horizon geen schepen meer

Kijk die jongeman ben ikke
Ja, ikke was de kapitein
Hiero, en die grote dikke
Ja, dat moet Malle Japie zijn"

"Opa, en die blonde jongen
Vooraan bij de fokkeschoot
Opa, zeg nou wat!" "Die jongen
Is je ome, die is dood!

In 't diepe water, ver van de haven
In die novembernacht, voor twintig jaar
Door 't brakke water is hij begraven
Als ik nog even wacht zien wij elkaar
Toen ging de zee zo tekeer
In een razend verweer
Ongestraft slaat niemand haar neer
Nu jaren later hier paarden draven
Zie ik de hand en macht van onze Heer

Waar is het water, waar is de haven?
Waar je altijd horen kon:
We gaan aan boord
De voerman laat er zijn paarden draven
En aan de horizon ligt Emmeloord
Eens ging de zee hier tekeer
Maar die tijd komt niet weer
't Water ligt nu achter de dijk
Waar eens de golven het land bedolven
Golft nu een halmenzee, de oogst is rijp

9b. Kerstliedje: Bakske vol met stro - Urbanus

Heel lang geleden voor de allereerste keer
Dat had ge moeten zien, 't was verschrikkelijk slecht weer
Lag hij daar te bibberen in een kouwe koeiestal
In een kribbeke met nen os en nen ezel, dat was al
Maar boven in de lucht kon je een sterreke zien staan
Dat alsmaar zat te fonkelen, d'er hing een wegwijzertje aan
En 't heeft nie lang geduurd of dat was daar vollen bak
Het krioelde van de herders met 'nen dikke wollen frak

Jezeke is geboren, aleluja alloo
Jezeke is geboren in een bakske vol met stro

Toen kwamen de drie koningen, 'ne zwarte en 'ne witte
Ze vroegen of ze ook mochten komen babysitten
Ze schonken een rol balatum en ne grote pot vernis
Een salami met look en een aquarium met 'ne vis
De zwarte gaf aan Jozef een paar vijzen en een boor
En aan Jezeke een sjalleke en een broekske in ivoor
Maria kreeg 'ne zak cement met ne grote roze strik
En een potlood en een gommeke om te gommen krege kik

Jezeke is geboren, aleluja alloo
Jezeke is geboren in een bakske vol met stro

Den heilige geest die hing daar te schijnen aan 't plafond
In zijne blauwe training en zijne purpere plastron
Op dat moment zei Jozef: 'Kijk dat is hier mijne kleine
Bezie maar zijne neus, t is helemaal de mijne'
Den heilige geest moest lachen: 'Ah, ocharme sukkelaar
Die kleine die is van mij want ik was den ooievaar'
Jozef gaf de geest een goei mot op zijn gezicht
Toen zaten ze meteen zonder klank en zonder licht

Jezeke is geboren, aleluja alloo
Jezeke is geboren in een bakske vol met stro

Ze bleven daar maar zwaaien met hun vuisten in het rond
Den os en den ezel lagen knock-out op de grond
Toen kwam God de Vader en hij sprak: 'Dit is mijn zoon'
Nu stonden ze te gapen, nu zaten ze daar schoon
Jozef kon niet volgen en diene is beginnen zuipen
En Maria van afronten die wist ook niet meer waar kruipen
Dat werd me daar een kermis, dat werd me daar een klucht
Toen viel er nog een nest met engelen uit de lucht, aah!

Jezeke is geboren, aleluja alloo
Jezeke is geboren in een bakske vol met stro

Jezus nam z'n fles met pap en havervlokken
En heeft nog rap een verse pisdoek aangetrokken
Hij zei 'vrede op aarde aan iedereen die dat wil'
Toen werd weer alles kalm en alles werd weer stil
Hij had er daar genoeg van en hij ging er maar vandoor
En trok zijn aureooltje scheef over z'n oor
Hij is gelijk ne grote in zijn sportwagen gekropen
Al wie dat mij volgen wil zal wreed hard moeten lopen

Jezeke is geboren, aleluja alloo
Jezeke is geboren in een bakske vol met stro
Jezeke is geboren, aleluja alloo
Jezeke is geboren in een bakske vol met stro